Druivenrassen en vinificatie
Volgens de legende vergat een Recioto producent de wijn in de vaten. De wijn bleef vergisten en verloor zo al zijn zoetheid. Daarom kreeg deze wijn de naam "Amarone" wat 'heel bitter' betekend.
De druiven voor deze wijn groeien op de heuvels rond Verona op een hoogte van ongeveer 150 tot 400 meter boven zeeniveau.
Vervolgens worden de druiven met de hand geoogst in de avond of vroege morgen, wanneer het koel is. Op deze manier blijven de druiven mooi in tact. Na de oogst worden de druiven gedroogd om de aroma's en suikers te concentreren.
De kwaliteit van de schil is belangrijk voor de Amarone, het geeft tannine, kleur en smaakintensiteit aan de wijn. Het droogproces duurt ongeveer 120 dagen. Na het drogen worden de druiven geplet en ondergaan ze een fermentatie bij lage temperatuur tot wel 50 dagen. De wijn rijpt in RVS tanks en uiteindelijk ook nog in kleine houten vaten.